Instructies voor desinfectie en sterilisatie

I Voorbehandeling

Op de plaats van gebruik Verwijder grove verontreinigingen, indien mogelijk direct na gebruik van het apparaat.

II Voorbereiding voor het schoonmaken

De voorste delen van de apparaten die in contact komen met de huid (A) worden losgeschroefd en gescheiden van de overige delen (B) van het apparaat.

III Schoonmaken

1. Reinig de onderdelen (A) vooraf met een zachte plastic borstel. Daarna goed naspoelen met stromend water (drinkwaterkwaliteit). Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat ook groeven, openingen, kanalen en holtes worden schoongemaakt.
2.1.1 Plaats de onderdelen (A) op een geschikte instrumentenbak en plaats ze in het reinigings- en desinfectieapparaat (RDA). Zorg ervoor dat de spuitstraal de onderdelen (A) rechtstreeks raakt. De RDA moet voldoen aan de ISO 15883-norm.
2.1.2 Doe het reinigingsmiddel in de RDA volgens de instructies van de fabrikant.
2.1.3 Selecteer het standaardprogramma (Vario-TD) inclusief thermische desinfectie. De thermische desinfectie wordt uitgevoerd met inachtneming van een A0-waarde van 3000 volgens ISO 15883 of officiële specificaties en de aanbeveling van het Robert Koch Instituut (RKI). De informatie van de fabrikant over reinigingsmiddelen moet in acht worden genomen. De reinigings- en desinfectiemiddelen moeten door de RKI worden vermeld.
2.1.4. Nadat het programma is voltooid, verwijdert u de onderdelen (A) van de RDA.
2.1.5. Einde schoonmaak
Alternatief, als er geen endoscopendesinfector beschikbaar is volgens III 1.:
2.2.1. Handmatige reiniging is toegestaan ​​als er geen endoscopendesinfector aanwezig is. Er moet een alkalisch reinigingsmiddel worden gebruikt.
2.2.2 Na het reinigen goed naspoelen met water zodat er geen resten van het reinigingsmiddel achterblijven.
2.2.3 Einde reiniging

Ultrasoon reinigen is niet toegestaan!

IV Desinfectie

1. De handgrepen van de apparaten en onderdelen (B) worden gedesinfecteerd met een veegdesinfectiemiddel. Gebruik Cleanisept Wipes van Dr. Schuhmacher GmbH. Alle buitenoppervlakken moeten worden afgeveegd.
2.1. De onderdelen (A) worden gedesinfecteerd als dompelbaddesinfectie. Er wordt een geschikte desinfectiekuip met zeef en deksel gebruikt.
2.2 Het instrumentendesinfectiemiddel Descoton Forte van Dr. Schumacher GmbH verdund 2% met een verwerkingstijd van 60 minuten bij kamertemperatuur. Neem de toepassings- en veiligheidsinstructies van de fabrikant van het desinfectiemiddel in acht.
2.3 Verplaats de te desinfecteren onderdelen (A) na het inbrengen. Er moet voor worden gezorgd dat alle oppervlakken van de onderdelen zijn bedekt met een ontsmettingsmiddel.
2.4 Na afloop van de inwerktijd de onderdelen (A) met de zeef uit de desinfectiekuip halen, goed naspoelen en met een zachte borstel reinigen. Bij het toepassen van RDA en het uitvoeren van stappen III. 2.1.1 t/m III. 2.1.4 vervalt IV 2.1 t/m IV 2.4

V Drogen

Bij gebruik van DRG met een droogfunctie volgens III.1.3, start u het programma "Drogen" en verwijdert u de onderdelen (A) na afloop van het programma. Als er geen RDA met droogfunctie is, droog dan de onderdelen (bij voorkeur met perslucht volgens RKI-aanbevelingen).

VI Controle en onderhoud

1. Alle onderdelen worden visueel geïnspecteerd op reinheid en integriteit. Beschadigde onderdelen moeten worden vervangen. Als hulpmiddel dient een vergrootglas te worden gebruikt. Als na de machinale reiniging restverontreiniging wordt waargenomen, moeten stappen II en verder worden herhaald totdat er geen verontreiniging meer kan worden gevonden.
2. Onderdelen (A) en (B) worden gemonteerd.
3. Vervolgens wordt een functionele test uitgevoerd.

VII Verpakking

Voor onderdelen die gesteriliseerd moeten worden, moet een transparante beschermende verpakking worden gebruikt die geschikt is voor sterilisatie (sterilisatiefilm) volgens DIN CEN ISO/TS 16775:2022 en ISO 11607-1. Het moet groot genoeg zijn zodat het bevestigingsmiddel niet onder spanning staat.

VIII Sterilisatie

1. De onderdelen (A) moeten worden gesteriliseerd met een stoomsterilisator volgens ISO 17665, volgens de standaardprocedure met gefractioneerd voorvacuüm (3-voudig), sterilisatietemperatuur min. 134°C, max. 137°C, 5 minuten sterilisatietijd en daarna 10 minuten droogtijd.
2. Het desinfectiemiddel moet toegang hebben tot alle interne en externe oppervlakken. Hiervoor moeten de onderdelen zo worden geplaatst dat ze elkaar niet raken en de stroming er ongehinderd omheen kan stromen. Indien de stappen III 2.1.1 t/m II 2.1.5 met RDA zijn uitgevoerd, vervalt deze stap.

IX Opslag

1. De herverwerkte hulpmiddelen worden bij kamertemperatuur in de steriele verpakking of in geschikte gesloten containers van metaal of kunststof bewaard.

X Transport

geen speciale eisen